1915 Lopikerkapel Hervormde kerk
Voorgeschiedenis: In 1902 kwam het eerste orgel in de kerk.
Over dit orgel zijn maar weinig gegevens bekend. Uit oude stukken is op te
maken, dat het een tweeklaviers-orgel moet zijn geweest met een pedaal. Op de
oude interieurfoto op de volgende pagina, is het orgelfront nog te zien.
Vermoedelijk was het binnenwerk van het orgel reeds eerder gebruikt, gezien de
prijs van f. 525,- en het feit dat dit orgel na 12 jaar al aan vervanging toe
was. (01)
Schoonhovensche Courant | 1914 | 12 augustus 1914 | pagina 1
Foto (01)
1914: Na enkele jaren bleek dit orgel toch niet te voldoen. Er
werden financiële acties gevoerd, er gingen intekenlijsten rond, en op 14 juli
1914 kon de opdracht worden verstrekt aan de firma Standaart uit Rotterdam om
een geheel nieuw orgel te bouwen. Dit orgel kreeg een nieuwe kas en een nieuw
front en werd geplaatst in het koor van de kerk boven de preekstoel, waar ook
het oude orgel stond.
De aanneemsom van dit orgel bedroeg f. 2.425,-. Het oude orgel werd verkocht aan
een Evangelisatie in Hoogezand-Sappermeer voor een bedrag van f. 100,-.
Dispositie:
Manuaal: Bourdon 16', Prestant 8', Holpyp 8', Voix
Celeste 8', Aeoline 8', Melofoon 4', Flute Dolce 4', Woudfluit 2', Flute
Harmonique 8', Trompet Harmonique 8' B/D
Pedaal: Subbas 16'
Tremulant
Koppel: Pedaal aan Manuaal
Op 16 februari werd het orgel in gebruik genomen. Een citaat uit het blad "Het
Orgel" van 1915: "Lopikerkapel (Ned. Herv. Kerk).
Den 16den februari j.l. is het nieuwe orgel der Ned. Herv. Kerk te Lopikerkapel
plechtig in gebruik genomen. Voor een zeer belangstellende schare, die het
kerkgebouw geheel bezette, hield ds. Ruys een toespraak naar aanleiding van
Openb. 15:2b en 3a, en gaf vervolgens een overzicht van de geschiedenis van den
orgelbouw. Het instrument, dat werd bespeeld door den heer J.C. de Lange,
organist van de Buurkerk te Utrecht, is vervaardigd door den heer A. Standaart
te Rotterdam, en heeft reeds terstond een voortreffelijken indruk gemaakt". De
organist speelde tijdens deze ingebruikname o.m.: "Priere de Notre Dame" van
Boëllman, "Adagio uit de Ie en Allegro" uit de 2e sonate van Mendelssohn,
"Halleluja" van Handel en "Grand Choer" van Guillmant. (01)
en (04)
Bericht uit "Het Orgel" augustus 1914 en De standaard 23-02-1915
Bericht uit "Het Orgel" maart 1915
Foto (01)
"In voor en naspelen", aldus lezen we in de "Stichtse Courant" "en bij de
concertstukken, door de organist verdienstelijk uitgevoerd, bleek dat ook dit
orgel zijn maker prijst. De capaciteiten zijn alleszins te roemen, het
klankeffect is meer dan voldoende van kracht, terwijl de zachte registers genoeg
keuze laten om de verschillende gevoelsuitingen der componisten weer te geven.
Het geluid is liefelijk, mollig en rond, nooit schreeuwend en nobel van gehalte.
De bediening van de verschillende registers onberispelijk, de aanslag licht en
gelijkmatig". In het blad "De Harp" van l maart werd ook aandacht gegeven aan de
inwijding. Daar lezen we het volgende: "Voor dat het hier tot bouwen kwam is er
eenige tijd strijd geweest over de keuze van het systeem voor het nieuwe orgel.
Ten slotte heeft het pneumatische systeem de meeste aanhangers verworven. Wij
verwachten dat in de toekomst zal blijken, dat met recht aan dit systeem de
voorkeur is gegeven. Ook hier zal, naar we vertrouwen, worden bevestigd, dat met
een orgel in een fabriek van den heer A. Standaart te Rotterdam gebouwd, alle
bezwaren zijn overwonnen en h+ZAAa+et tot in de kleinste bijzonderheden
onberispelijk functioneert, zoodat het tot in de verre toekomst ten volle
bevredigen zal". (01) en (04)
1950: Bij de grote restauratie van de kerk werd het orgel naar
de overzijde verplaatst: in het schip boven de wandborden..
1968: Ruim vijftig jaar is dit orgel in gebruik geweest. Toen
waren er zoveel mankementen dat men voor de keus stond: restaureren of
nieuwbouw. Restauratie werd serieus overwogen, maar men heeft daarvan afgezien
juist vanwege het pneumatische systeem, dat ernstige gebreken vertoonde.
Besloten werd om opnieuw een orgel te laten bouwen. De opdracht ging naar de
firma J. de Koff & Zoon te Utrecht. Deze bouwde een nieuw orgel achter het
bestaande front van Standaart. Hoewel er maar één klavier bespeelbaar was, werd
er toch alreeds een tweede klavier aangebracht, dat eventueel later aangesloten
zou kunnen worden.
Ook in de orgelkas werd er rekening mee gehouden, dat er nog eens een bovenwerk
geplaatst zou kunnen worden. De aanneemsom bedroeg f. 36.200,-. Op 6 april 1968
werd dit orgel in gebruik genomen in een dienst, waarin de toenmalige predikant
van de gemeente, ds. Stroeve, voorging. (01) en (04)
Na deze ombouw was de dispositie als volgt:
Manuaal: Prestant 8', Roerfluit 8', Octaaf 4', Gedekte Fluit
4', Octaaf 2', Mixtuur IV
Pedaal: Subbas 16 voet
Koppel: Pedaal aan Manuaal
Foto (03)
1987: In het kader van het grote project "Kerkelijk Erf" werd
weer nagedacht over het orgel. Er werden allerlei adviezen ingewonnen op grond
waarvan besloten werd om het orgel te herintoneren, zodat het iets minder scherp
van klank zou worden en ook om het bestaande bovenklavier aan te sluiten zoals
oorspronkelijk de bedoeling was.
1990: Hendriksen & Reitsma nam de opdracht aan voor een bedrag
van f. 97.600,-. Tevens werd besloten om de orgelkas een nieuwe kleur te geven.
Voordien was het orgel in een groene kleur geschilderd, waardoor het wegviel
tegen de donkere lambrizering van de kerk. Het orgel heeft nu een witte kleur.
Frontpijpen en delen van de orgelkas werden van bladgoud voorzien. Adviseur bij
deze uitbreiding was dhr. Klaas Bolt, organist van de Grote of St. Bavokerk te
Haarlem, en na diens overlijden in 1990, door dr. Hans van Nieuwkoop, organist
van de Grote of St. Laurenskerk te Alkmaar. (04)
Dispositie na 1990:
Hoofdwerk | Bovenwerk | Pedaal |
Presant 8' | Viola 8' | Subbas 16' |
Roerfluit 8' | Holpijp 8' | Gedekt 8' Transm. subbas |
Octaaf 4' | Fluit * 4' | |
Quint 3' | Quintfluit 3' | |
Octaaf 2' | Woudfluit 2' | |
Mixtuur IV | Terts 1 3/5' | |
Cornet IV | Dulciaan 8' |
Bronvermelding: